Agrarische bedrijven

De vele ontwikkelingen in het buitengebied zorgen ervoor dat je als agrariër moet oriënteren op de toekomst. Bekijk de ontwikkelmogelijkheden.

Stikstof, landelijke saneringsregelingen of geen opvolger? Het wordt steeds lastiger om boer te zijn en vooral om boer te blijven. Om te kunnen voldoen aan de strengere wet- en regelgeving zijn agrarische bedrijven de afgelopen jaren behoorlijk uitgebreid en geïntensiveerd. De grenzen van schaalvergroting lijken inmiddels in zicht. De vele ontwikkelingen in het buitengebied zorgen ervoor dat je als agrariër moet oriënteren op de toekomst. Maar welke mogelijkheden hebben zij?

  • Het zoeken naar nieuwe verdienmodellen door te specialiseren of te verbreden.
  • Alternatieve inkomstenbronnen zoals agrarisch natuurbeheer, agrotoerisme, verkoop van streekproducten en het aanbieden van zorg.
  • Ook stoppen of afbouwen kan een oplossing zijn.

Hieronder leest u over de verschillende mogelijkheden die agrariërs hebben en hoe de gemeente en andere partijen daarin kunnen ondersteunen.

Veel verandering en onzekerheid is niet fijn. Daarom raden wij aan om steun te zoeken waar dat kan. Denk hierbij aan familie of vrienden. Ook een erfcoach kan hierbij ondersteunen. Een erfcoach kijkt met u mee naar uw wensen en mogelijkheden en helpen met het zetten van de volgende stap. Dat kan allemaal vanaf uw keukentafel. De erfcoach is onafhankelijk en kosteloos. Ook kunt u kiezen voor adviseurs, zoals accountants, notarissen, taxateurs en makelaars. Wilt u meer weten over de mogelijkheden? Dan kunt u altijd terecht bij de gemeente of de provincie.

Voor meer informatie of het inplannen van een afspraak kunt u bellen naar gemeente Haaksbergen via telefoonnummer: (053) 573 45 67 en vragen naar beleidsmedewerkster Isa Waage. U kunt ook mailen naar plattelandsontwikkeling@haaksbergen.nl.

    De gemeente Haaksbergen wil ruimte (blijven) bieden voor de doorontwikkeling van agrarische bedrijven. Dit doen wij onder andere in het Landbouw Ontwikkeling Gebied, ook wel ‘LOG-gebied’ genoemd. Iedere ontwikkeling dient in balans te zijn met de omgeving (ruimtelijke kwaliteit) met aandacht voor duurzaamheid. Er wordt per locatie beoordeeld of de gewenste uitbreiding vanuit gemeentelijk oogpunt wenselijk en mogelijk is, Grootschalige uitbreiding van een agrarisch bedrijf moet daarnaast voldoen aan de provinciale richtlijnen en beleid. Aanvragen worden waar mogelijk met de provincie besproken. Bent u van plan om door te ontwikkelen? Dien een ‘vooroverlegplan’ in en dan kijken wij samen naar de mogelijkheden.

    VAB betekent: Vrijkomende Agrarische Bebouwing. Dit is gemeentebeleid dat ruimte biedt voor nieuwe functies op vrijkomende agrarische bedrijfslocaties. Kortom: er worden mogelijkheden geboden om bestaande gebouwen te hergebruiken voor andere bedrijvigheid dan de landbouw. Het doel hiervan is om sociale en economische vitaliteit van het landelijk gebied te versterken en waardevolle boerenerven te behouden en waar mogelijk te versterken. 

    Functieverandering is mogelijk voor:

    • Vrijkomende en/of vrijgekomen (voormalige) agrarische bebouwing die minstens drie jaar voor de aanvraag tot deelname aan het VAB-beleid zijn opgericht en aantoonbaar als zodanig in gebruik zijn geweest;
    • Een gedeelte van de gebouwen van een blijvend agrarisch bedrijf (nevenfunctie), dit mag niet leiden tot een groter totaal bouwblok voor het agrarische en niet-agrarische deel van het bedrijf;
    • Het beleid geldt NIET voor bouwwerken die zonder vergunning zijn gerealiseerd.

    Voorwaarden hiervoor zijn onder andere de sloop van alle niet waardevolle vrijkomende agrarische bebouwing die niet wordt hergebruikt en geen buitenopslag.

    Woonfunctie

    Naast het realiseren van een nieuw (niet-agrarisch) bedrijf is het ook mogelijk om een woonfunctie te realiseren op de vrijkomende agrarische bedrijfslocatie. Deze woonfunctie kan bijdragen aan het behoud van karakteristieke en/of monumentale panden. Een andere mogelijkheid is splitsing in meerdere woningen. Voorwaarde hiervoor is ook dat de karakteristieke en/of monumentale waarde van de buitenzijde behouden moet blijven. Mogelijkheden voor splitsen kunnen besproken worden met de gemeente. Naast het hoofdgebouw kan het ook gaan om karakteristieke bedrijfsbebouwing. In het bijzonder karakteristieke stallen en schuren waarvan het niet wenselijk is dat ze gesloopt worden.

     Uitgangspunt is hergebruik binnen bestaande bebouwing. Het is echter denkbaar dat in sommige situaties sloop en nieuwbouw gewenst is:

    • Als de ruimtelijke kwaliteit beter gediend is met sloop en nieuwbouw in overeenstemming met kwalitatieve criteria; en
    • Als dat noodzakelijk is vanwege functionele en of bouwtechnische redenen.

    Gemeente Haaksbergen zal per geval toetsen of het reëel is dat de bestaande gebouwen geschikt zijn om gebruikt te gaan worden voor de gewenste functie. Bij sloop en nieuwbouw wordt gestreefd naar een substantiële afname van het bouwvolume. Als de gebouwen ontsierend zijn of niet geschikt zijn voor de gewenste functie in het kader van het VAB-beleid, dan kunnen ze mogelijk ingezet worden voor de Rood voor Rood-regeling.

    Rood voor Rood is het inruilen van sloopmeters voor een nieuwe woningbouwkavel. Het gaat hierbij om het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied door sloop van landschap ontsierende (voormalige) bedrijfsbebouwing. Sloop is de basisinspanning voor het bereiken van ruimtelijke kwaliteit, echter zal er in veel gevallen aanvullend geïnvesteerd moeten worden. Denk hierbij aan landschap of andere investeringen die leiden tot een verhoging van de sociale kwaliteit of een meerwaarde hebben binnen het thema duurzaamheid. Denk bijvoorbeeld aan houtwallen.

    Het Rood voor Rood beleid van Haaksbergen bepaalt het volgende:

    • Bij de sloop van minimaal 1.000 m² aan landschapsontsierende (agrarische) bebouwing kan één kavel met daarop een woning van 750 m3 en 150m3 bijgebouw.
    • Een tweede bouwkavel kan worden gerealiseerd, mits er in totaal minimaal 2.500 m² wordt gesloopt.
    • Een derde bouwkavel kan worden gerealiseerd, mits er in totaal 4.500 m2 wordt gerealiseerd. De nieuwe woning en bijbehorend bijgebouw mogen dan respectievelijk maximaal 750 m³ en 150 m² zijn.
    • Bij de sloop van 5000 m2 mogen er drie woningen van 1.000 m3 worden gebouwd waarbij het bijgebouw 150 m2 blijft.
    • Naast de sloop van de genoemde 1.000 m² (voor 1 woning), 2.500 m² (voor 2 woningen), 4.500 m2 (voor 3 woningen), of 5.000 m2 (3 woningen van 1.000 m3) is het uitgangspunt dat alle landschapsontsierende bebouwing wordt gesloopt, met uitzondering van de (bedrijfs-) woning of
    • karakteristieke, beeldbepalende of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
    • Voor situaties waar boven de 1.000 m² of de 2.500 m² gesloopt wordt, wordt gekeken naar een maatwerkoplossing.

    Is er sprake van ‘restmeters’, dan kan een sloopvoucher worden aangevraagd en worden ingezet voor andere ontwikkelingen. In deze sloopvoucher wordt vastgelegd hoeveel oppervlakte te slopen bebouwing in aanmerking komt. Deze voucher is 10 jaar geldig. Uitgangspunt is dat op een erf minimaal 300m2 wordt gesloopt, het is dus niet mogelijk om van dit beleid gebruik te maken als het gaat om het slopen van minder vierkante meters. Om gebruik te kunnen maken van de voucher-regeling uit de ‘Regionale spelregels voor ontwikkelingen in het buitengebied van Zuidwest-Twente’ moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • De oppervlakte te slopen bebouwing kan niet terug worden gebouwd;
    • De oppervlakte te slopen bebouwing is afkomstig uit Haaksbergen of een van de deelnemende gemeentes;
    • Uitgangspunt is de sloop van de bebouwing binnen een jaar nadat de sloopvoucher is verstrekt;
    • Karakteristieke, beeldbepalende of cultuurhistorisch belangrijke bebouwing mag niet worden gesloopt;
    • Als er minder m² aan bijgebouwen resteren dan 150 m² na sloop en er bij recht teruggebouwd kan worden, dan wordt de terug te bouwen oppervlakte tot en met 150 m² afgetrokken van de m² waarvoor de sloopvoucher wordt verstrekt;
    • Per erf kunnen de sloopmeters eenmaal worden ingezet ter onderbouwing van het toevoegen van een woning;
    • Eerdere verplichtingen kunnen niet in de regeling worden ingebracht;
    • Alle asbest moet worden gesaneerd;
    • Er wordt gezorgd voor een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan, bij het opstellen wordt een landschapsdeskundige/landschapsarchitect geraadpleegd;
    • De bestemming ‘Agrarisch’ wordt gewijzigd naar bestemming ‘wonen’;
    • Als (een deel van) de sloopvoucher wordt verkocht, dan dient dit gemeld te worden bij de gemeente (zie hier het meldingsformulier). Als de sloopvoucher wordt ingezet, dan dient het verzilveringsformulier  of het verkoopformulier  te worden gebruikt.
    • Een eigenaar van een sloopvoucher staat met zijn/haar NAW-gegevens op een lijst die door de gemeente Haaksbergen wordt bijgehouden met inachtneming van de geldende AVG-vereisten.

    Het uitgangspunt voor nieuwe woningen is dat deze worden gerealiseerd op de slooplocatie. Er kunnen omstandigheden zijn dat er wordt gezocht naar een locatie elders in het gebied. 

    Afschalen of ontmenging is ook mogelijk. Zowel voor gemengde bedrijven in het buitengebied, waarbij de intensieve veehouderijtak wordt beëindigd als grondgebonden agrarische bedrijven in het buitengebied, waarbij een deel wordt beëindigd, kunnen de sloopmeters gebruiken voor andere ontwikkelingen in het buitengebied. Het doel hierbij is dat de bouwmogelijkheden ten aanzien van het agrarische bedrijf worden ingeperkt, zodat uitbreiding in de toekomst niet meer mogelijk is. Toekomstige uitbreiding is alleen mogelijk, indien de gesloopte vierkante meters als resultaat van afschalen elders wordt gecompenseerd met een factor 1 op 1. Dit betekent dat voor iedere m2 uitbreiding een m2 aan landschapsontsierende bebouwing moet worden gesloopt.

    Een bijzondere mogelijkheid is het starten van een landgoed. Dit levert een bijdrage aan de versterking van ruimtelijke kwaliteit en het uitbreiden van recreatieve wandel- en fietspaden. Een landgoed kan worden gebouwd op een leeg perceel of door Vrijkomende Agrarische Bebouwing. In deze tekst wordt alleen het starten van een landgoed door middel van VAB besproken.

    Het starten van een landgoed biedt mogelijkheden voor de agrariër, omdat op deze manier vrijstelling voor bouwen verkregen wordt. Om voor de bouw van een nieuw landhuis in aanmerking te komen, moet wel voldaan worden aan een aantal voorwaarden:

    • Perceel moet een minimale oppervlakte van 10 hectare hebben;
    • Er moet minimaal 30% nieuw bos worden aangeplant of voldaan worden aan andere natuurwaarden;
    • Het landgoed dient voor 90% opengesteld te worden voor het publiek;
    • Het landgoed moet passen binnen de maatvoering, verkaveling en de karakteristiek van het aanwezige landschap;
    • Er mag geen nieuw landschap ontstaan, het landgoed moet aansluiten bij bestaande landschapstypen.

    Hiervoor dient een procedure gestart te worden met een landschapsplan, opgesteld door een landschapsdeskundige waaruit het behoud en versterking van de landschappelijke gebiedskenmerken worden aangetoond. Het plan mag de functies en waarden van de omliggende gronden en de belangen van de gebruikers daarvan niet onevenredig schaden. Ook moet er een beheerplan toegevoegd worden. 

    Bestemmingswijziging

    Een landgoed kan zowel met als zonder landhuis worden opgericht. Wanneer een landhuis onderdeel uitmaakt van het landgoed, dan is een bestemming ‘Wonen’ met de specifieke aanduiding ‘Landhuis’ en dubbelbestemming ‘Waarde – Landgoed’ de passende bestemming. Om de samenhang te waarborgen, dienen percelen die onderdeel uitmaken van het landgoed een dubbelbestemming ‘Waarde – Landgoed’ te krijgen. Voor een agrariër is het mogelijk om een landgoed te realiseren, wanneer alle voormalig agrarische, landschap ontsierende bebouwing wordt gesloopt. Ten minste 1,5 hectare aansluitende grond wordt ingericht ten behoeve van de versterking van streekeigen landschappelijke waarden.

    Zorgcomponent

    Naast zelfbewoning van het landgoed kunnen nieuwe landgoederen ook interessant zijn voor het huisvesten van bepaalde doelgroepen of het faciliteren van bepaalde doelgroepen. Te denken valt aan ouderen, gehandicapten of jongeren. Zo levert een nieuw landgoed niet alleen een bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit maar wordt ook de sociale kwaliteit verhoogd. Of een landgoed geschikt is voor een zorg- of verblijfsfunctie hangt onder meer af van de ontsluiting en afstand naar de woonkern.

    Hiermee wordt de bedrijfslocatie beëindigd in ruil voor een subsidie

    De dieren en de mest dienen te worden afgevoerd en de dierverblijven, mestkelders en –silo’s, sleuf- en voersilo’s dienen te worden gesloopt en verwijderd. De grond blijft in eigendom. De initiatiefnemer bepaald zelf of de grond wordt verkocht of voor iets anders wordt gebruikt. U heeft mogelijk recht op subsidie als de stikstofneerslag (stikstofvracht) van uw veehouderijlocatie op een overbelast Natura 2000-gebied 2500 mol of hoger is. Of u hieraan voldoet, kan gecontroleerd worden met de Aerius check.

    LBV+ kan worden gebruikt in combinatie met het gemeentelijk Rood voor Rood. De gemeente biedt zelf namelijk geen subsidie voor de sloop van de opstallen, waardoor geen sprake is van stapeling van subsidies. Momenteel geldt nog het Rood voor Rood beleid uit 2015, waarin de voorwaarden zijn terug te vinden. Op basis van de oppervlakte van de stallen kan worden berekend hoeveel woningen kunnen worden teruggebouwd en met welke inhoud. Hiervoor dient dan wel nog de benodigde ruimtelijke procedure te worden doorlopen met bijbehorende milieuonderzoeken, landschappelijke inpassing en eventuele andere benodigde stukken. Hou dan ook rekening met legeskosten en andere bijkomende kosten. 

    Andere subsidies die interessant kunnen zijn voor een agrariër zijn:

    •  Innoveren
      Er is een subsidiemodule voor brongerichte verduurzaming van stal- en managementmaatregelen (Sbv). Het is nog onzeker of agrarische ondernemers een natuurvergunning kunnen krijgen voor innovatieve stalsystemen en technieken. Daarvoor moet bewezen zijn dat deze stalsystemen minder stikstof uitstoten. Onderzoek naar de gebruikte stalsystemen zal meer duidelijkheid kunnen geven of innoveren een reële optie is voor het verminderen van de stikstofuitstoot.
    • Omschakelen
      Als een agrariër plannen heeft tot omschakeling naar een duurzamere bedrijfsvoering, kan deze een subsidie aanvragen via het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL) of via Borgstellingskrediet voor de landbouw (BL). Indien u geïnteresseerd bent in één van deze regelingen, gaan wij graag het gesprek aan. De vraag naar welke functie(s) de initiatiefnemer zou om willen schakelen is hier erg belangrijk.

Contactgegevens

Blankenburgerstraat 28,
7481 EB Haaksbergen
Telefoon: (053) 573 45 67
gemeente@haaksbergen.nl