direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Buurse Zuid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1096-0001

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep met de daarbij behorende gebouwen;
  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • c. tuinen en erven;
  • d. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de dakhelling bedraagt ten minste 25° en ten hoogste 60°;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding vrijstaand-1' en 'specifieke bouwaanduiding vrijstaand-2' worden de woningen vrijstaand gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' worden de woningen twee aaneen gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding vrijstaand-1' en 'specifieke aanduiding vrijstaand-2' dient de voorgevel van de woningen in de naar de weg gekeerde zijde van het bouwvlak te worden gebouwd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' dient de voorgevel van de woningen in of achter de naar de weg gekeerde zijde van het bouwvlak gebouwd te worden;
  • g. de maximale diepte van het hoofdgebouw bedraagt niet meer dan 12 m;
  • h. de maximale goothoogte bedraagt niet meer dan 4,5 m;
  • i. de maximale bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 m;
  • j. de afstand van de zijgevels van hoofdgebouwen, niet zijnde zijgevels van aaneen gebouwde zijden van woningen, tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3 m.

6.2.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte per woning bedraagt ten hoogste 50 m²;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag de bedoelde gezamenlijke oppervlakte niet meer bedragen dan 75 m², mits een bebouwingspercentage van het bouwperceel van 40% niet wordt overschreden;
  • c. bij de berekening van de oppervlakte als bedoeld onder a en b wordt niet meegerekend:
    • 1. de oppervlakte binnen het bouwvlak, voorzover gelegen tussen het verlengde van de zijgevels van de woningen;
    • 2. de oppervlakte binnen het bouwvlak, voorzover gelegen buiten de zijgevels van de woningen, dan wel buiten het verlengde van de zijgevels van de woningen en indien de afstand tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 5 m bedraagt;
  • d. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de naar de weg gekeerde zijde van het bouwvlak mag niet minder dan 5 m bedragen en de afstand van een overkapping tot de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan mag 0 m bedragen;
  • e. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3,25 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 2 m, waarbij geldt dat de dakhelling van het bijbehorende bouwwerk ten hoogste 60° mag bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 4,5 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3,25 m bedragen.

6.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 2,25 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevel of het verlengde daarvan ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg, niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen, of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.

6.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
    • 1. het bepaalde in lid 6.2.1, onder c en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding vrijstaand-2' de woningen twee aaneen mogen worden gebouwd;
    • 2. het bepaalde in lid 6.2.1, onder d en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' woningen vrijstaand mogen worden gebouwd;
    • 3. het bepaalde in lid 6.2.3, onder c voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de perceelgrens met een maximale bouwhoogte van 2 m.
  • b. afwijkingen als bedoeld in lid 6.3, sub a, onder 1 en 2 worden slechts toegestaan indien:
    • 1. de bebouwingskarakteristiek van de straat en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast en de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
    • 2. sprake is van een architectonische samenhang met de direct omliggende woonhuizen dan wel indien deze ontheffing uit architectonisch oogpunt toelaatbaar is.
  • c. een afwijking als bedoeld in lid 6.3, sub a, onder 3 wordt slechts toegestaan indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen.