direct naar inhoud van 6.3 Toelichting op de gebiedsbestemmingen
Plan: Buitengebied Haaksbergen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1036-0007

6.3 Toelichting op de gebiedsbestemmingen

6.3.1 Agrarisch

Alle gronden waar het agrarisch gebruik voorop staat zijn bestemd als “Agrarisch”. In gebieden met deze bestemming krijgt de landbouw in beginsel de ruimte om zich te ontwikkelen. Binnen deze bestemming komen gebieden voor met lokale waarden, die om een zekere mate van bescherming vragen. In de planregels is dan ook opgenomen dat deze gronden mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de aanwezige waarden. Bescherming van deze waarden wordt via een aantal gebruiksverboden en een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' gewaarborgd. Binnen deze gebiedsbestemming zijn mogelijkheden opgenomen om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels. Zo kan een buitenrijbak uitsluitend worden gerealiseerd wanneer hiervoor een omgevingsvergunning wordt verleend. Dit geldt ook voor de opslag van veevoer en mest, het overschrijden van de bestemmingsgrens van het agrarisch bedrijf, het realiseren van schuilstallen en van trekkershutten. Voor elk van deze afwijkingen zijn voorwaarden opgenomen. Boomkwekerijen, houtteelt-, sierteelt-, bollenteelt en/of een fruitteeltbedrijf zijn niet bij recht toegestaan. Deze bedrijfsvormen zijn uitsluitend toegestaan wanneer hier door Burgemeeste en wethouders een omgevingsvergunning voor is verleend. Burgemeester en wethouders kunnen ook een omgevingsvergunning verlenen voor het realiseren van nieuwe fiets-, wandel- en ruiterpaden. Ook geldt dit voor de realisering van een kleinschalig kampeerterrein. Binnen deze gebiedsbestemming zijn ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen voor (in sommige gevallen) nieuwvestiging van agrarische bedrijven, uitbreiding van agrarische bedrijven en de wijziging van de situering van deze bedrijven. Tevens is een ontwikkelingsregeling opgenomen om deze bestemming te wijzigen in de woonbestemming. Dit is met name bedoeld voor situaties waarbij een nieuwe woning in het kader van Rood voor Rood om bijvoorbeeld landschappelijke redenen niet binnen de bestemmingsgrens van het voormalige agrarisch bedrijf kan worden gesitueerd. Een van de voorwaarden is dan ook dat deze gronden moeten grenzen aan de agrarische bedrijfsbestemming.

6.3.2 Agrarisch met waarden - Landschap

Alle gronden met hoofdzakelijk agrarisch gebruik, die tevens landschappelijke waarden bezitten, zijn bestemd als “Agrarisch met waarden-Landschap”. Het betreft hier onder meer gebieden met microreliëf (veelal in de vorm van steilranden van de essen) en macroreliëf. De gebieden met behoudenswaardig microreliëf hebben de aanduiding "landschapswaarden" gekregen. Binnen deze bestemming dient het agrarisch gebruik mede afgestemd te worden op de aanwezige natuur- en landschapswaarden. De aanwezige waarden maken het agrarische hoofdgebruik echter niet onmogelijk. Ze zijn zelfs mede afhankelijk van de instandhouding van dit gebruik. Wel kunnen ze extra beperkingen aan het agrarisch gebruik opleggen. Bescherming van deze waarden wordt naast de aanduiding "landschapswaarden" via een aantal gebruiksverboden en een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' gewaarborgd. Binnen deze gebiedsbestemming zijn mogelijkheden opgenomen om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels. Zo kan een buitenrijbak uitsluitend worden gerealiseerd wanneer hiervoor een omgevingsvergunning wordt verleend. Dit geldt ook voor het overschrijden van de bestemmingsgrens van het agrarisch bedrijf, het realiseren van schuilstallen en van trekkershutten. Voor elk van deze afwijkingen zijn voorwaarden opgenomen. Boomkwekerijen, houtteelt-, sierteelt-, bollenteelt en/of een fruitteeltbedrijf zijn niet bij recht toegestaan. Deze bedrijfsvormen zijn uitsluitend toegestaan wanneer hier door Burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor is verleend. Burgemeester en wethouders kunnen ook een omgevingsvergunning verlenen voor het realiseren van nieuwe fiets-, wandel- en ruiterpaden. Ook geldt dit voor de realisering van een kleinschalig kampeerterrein. Binnen deze gebiedsbestemming zijn ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen voor (in sommige gevallen) nieuwvestiging van agrarische bedrijven, uitbreiding van agrarische bedrijven en de wijziging van de situering van deze bedrijven. Tevens is een ontwikkelingsregeling opgenomen om deze bestemming te wijzigen in de woonbestemming. Dit is met name bedoeld voor situaties waarbij een nieuwe woning in het kader van Rood voor Rood om bijvoorbeeld landschappelijke redenen niet binnen de bestemmingsgrens van het voormalige agrarisch bedrijf kan worden gesitueerd. Een van de voorwaarden is dan ook dat deze gronden moeten grenzen aan de agrarische bedrijfsbestemming.

6.3.3 Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap

In gebieden met de bestemming “Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap” zijn naast agrarische belangen ook duidelijke landschappelijke en natuurwetenschappelijke belangen aanwezig. Het betreft de gebieden met een grote afwisseling van landbouwgronden met beplantingselementen en bospercelen. Kenmerkende landschapselementen in deze gebieden zijn houtwallen en -singels, steilranden en zandwegen. De natuurlijke waarde van deze gebieden hangt voor een groot deel samen met deze landschapselementen. Ook waterlopen met daarbij behorende landschapselementen en vegetatiesoorten zijn karakteristiek voor gebieden met deze bestemming. Dit is onder meer het geval in de omgeving van de Buurserbeek.

Ook binnen deze gebieden geldt dat de bescherming van de aanwezige waarden via een aantal gebruiksverboden en een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' gewaarborgd wordt.

Binnen deze gebiedsbestemming zijn mogelijkheden opgenomen om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels. Zo kan een buitenrijbak uitsluitend worden gerealiseerd wanneer hiervoor een omgevingsvergunning wordt verleend. Dit geldt ook voor het overschrijden van de bestemmingsgrens van het agrarisch bedrijf, het realiseren van schuilstallen en van trekkershutten. Voor elk van deze afwijkingen zijn voorwaarden opgenomen. Boomkwekerijen, houtteelt-, sierteelt-, bollenteelt en/of een fruitteeltbedrijf zijn niet bij recht toegestaan. In deze gebiedsbestemming zijn uitsluitend een boomkwekerij of een fruitteeltbedrijf toegestaan wanneer hier door Burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor is verleend. Burgemeester en wethouders kunnen ook een omgevingsvergunning verlenen voor het realiseren van nieuwe verharde fiets-, wandel- en ruiterpaden. Ook geldt dit voor de realisering van een kleinschalig kampeerterrein. Binnen deze gebiedsbestemming zijn ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen voor uitbreiding van agrarische bedrijven en de wijziging van de situering van deze bedrijven. Tevens is een ontwikkelingsregeling opgenomen om deze bestemming te wijzigen in de woonbestemming. Dit is met name bedoeld voor situaties waarbij een nieuwe woning in het kader van Rood voor Rood om bijvoorbeeld landschappelijke redenen niet binnen de bestemmingsgrens van het voormalige agrarisch bedrijf kan worden gesitueerd. Een van de voorwaarden is dan ook dat deze gronden moeten grenzen aan de agrarische bedrijfsbestemming.

6.3.4 Bos

Bij de bestemming “Bos” is het huidig gebruik leidend. Deze bestemming is toegekend aan alle bosgebieden in het plangebied met een ondergrens van 0,25 hectare. Ook enkele landschapselementen vallen binnen deze bestemming. Het beleid is gericht op het behoud van de landschappelijke en natuurlijke waarden en daarnaast op houtproductie en recreatief medegebruik.

Er is een ondergrens van 0,25 hectare aangehouden voor de specifieke bestemming, omdat er weliswaar veel nog kleinere gebiedjes zijn, maar deze heel vaak bestaan uit lijnelementen; dat wil zeggen dat ze wel lengte hebben, maar geen breedte zodat er niet of nauwelijks gesproken kan worden van een boselement.

Deze kleinere elementen worden binnen een agrarische gebiedsbestemming beschermd door het opnemen van een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' (voorheen: aanlegvergunning).

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1036-0007_0025.jpg"

Binnen de bestemming bos is de beheerderswoning aangeduid als "wonen". Voor deze woning gelden dezelfde planregels als voor een woning of een bedrijfswoning. Binnen deze bestemming is het mogelijk om onder voorwaarden een schuilgelegenheid of een kijkhut te realiseren. Hiervoor dient dan wel een omgevingsvergunning verleend te worden. Dit geldt ook voor het realiseren van gebouwen voor het bos- en natuuronderhoud en -beheer. Net als bij de agrarische gebiedsbestemmingen geldt ook binnen deze gebieden dat de bescherming van de aanwezige waarden via een aantal gebruiksverboden en een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' gewaarborgd wordt.

6.3.5 Natuur

De bestaande natuurterreinen in eigendom van de natuurbeherende instanties en particulieren zijn bestemd als “Natuur”, evenals de overige gronden in de EHS en die gronden waarvoor een particuliere natuurovereenkomst is afgesloten. Het beleid is gericht op het behoud en herstel van natuurlijke en aardkundige waarden in combinatie met recreatief medegebruik. Binnen deze bestemming is het mogelijk om onder voorwaarden een schuilgelegenheid of een kijkhut te realiseren. Hiervoor dient dan wel een omgevingsvergunning verleend te worden. Dit geldt ook voor het realiseren van gebouwen voor het bos- en natuuronderhoud en -beheer. Net als bij de agrarische gebiedsbestemmingen geldt ook binnen deze gebieden dat de bescherming van de aanwezige waarden via een aantal gebruiksverboden en een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' gewaarborgd wordt.